Opnieuw in de krant!
6 augustus 2021
In de papieren versie van het Brabants Dagblad van gisteren is te lezen dat de werknemer van JBZ die door advocaat Lydia van den Heuvel-Rijnierse wordt bijgestaan hoger beroep heeft ingesteld in de zaak waarover Mensch Arbeidsrecht Advocatuur al meerdere berichten heeft geplaatst. De zaak betreft heel kort samengevat het volgende. De werknemer verzocht de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, de transitievergoeding en een billijke vergoeding. Dit verzoek werd gedaan omdat JBZ volgens de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld en nagelaten ten opzichte van de werknemer. Het ernstig verwijtbare handelen en nalaten van JBZ was eerst voornamelijk het door JBZ niet serieus nemen van de drie meldingen die de werknemer had gemaakt van intimidatie en bedreiging met geweld door een collega. Dit terwijl JBZ om meerdere redenen en op verschillende gronden wel verplicht was tot het serieus nemen van die meldingen. Na indiening van het verzoekschrift kwam hier onder meer bij dat JBZ stelde dat de aanleiding voor de intimidatie en de bedreiging met geweld het handelen van de werknemer zelf was omdat de werknemer een patiënt in levensgevaar had gebracht door de patiënt een verkeerd middel toe te dienen. Dit terwijl JBZ om meerdere redenen en op basis van een groot aantal bewijsstukken wist dat dit niet waar kon zijn. Alhoewel het vorenstaande handelen en nalaten van JBZ door een onderzoeksbureau en/of de kantonrechter bewezen of aannemelijk is bevonden waardoor dus ook vast is komen te staan dat de werknemer door een collega drie keer is geïntimideerd en met geweld is bedreigd, JBZ de werknemer hiertegen had moeten beschermen, JBZ de meldingen van de werknemer niet serieus heeft genomen, de werknemer het er niet zelf naar heeft gemaakt dat hij is geïntimideerd en bedreigd en de werknemer geen patiënt in levensgevaar heeft gebracht, heeft de kantonrechter de verzoeken van de werknemer afgewezen. De kantonrechter vond het handelen en nalaten van JBZ namelijk wel verwijtbaar, maar niet ernstig verwijtbaar. Het oordeel van de kantonrechter is onbegrijpelijk. De werknemer heeft er vertrouwen in dat het gerechtshof anders zal oordeelden (op het overigens gewijzigde verzoek). Te meer gezien hetgeen zich na de uitspraak van de kantonrechter nog tussen partijen heeft afgespeeld. In november aanstaande zal de mondelinge behandeling plaatsvinden.
Comments