Weer een goede beslissing voor een cliënt van Mensch Arbeidsrecht Advocatuur
7 november 2024
Een goede beslissing van de kantonrechter Roermond voor een werkgever die cliënt is van Mensch Arbeidsrecht Advocatuur en werd bijgestaan door Marienjo Floors.
“Ik neem mijn ontslag, ik ben hier klaar mee” had de werknemer op 20 november 2023 aan de werkgever laten weten. De werknemer nam vervolgens per direct ontslag, leverde zijn bedrijfskleding en toegangsdruppel in en ging naar huis. De werknemer was daarna enkele dagen onbereikbaar voor de werkgever.
Nadat de werknemer weer bereikbaar was, werd een gesprek gepland voor 27 november 2023. Tijdens het gesprek wees de werkgever de werknemer op de arbeidsrechtelijke en sociaal zekerheidsrechtelijke gevolgen van zijn directe ontslagname. De werknemer werd dus ook geattendeerd op de voor hem geldende opzegtermijn van één maand en aan hem werd verteld dat de werknemer een vergoeding aan de werkgever verschuldigd zou zijn als hij deze opzegtermijn niet in acht zou nemen. De werknemer bleek zich hier niet van bewust te zijn geweest op het moment van de directe ontslagname. De werkgever en de werknemer spraken daarom af dat de werknemer niet aan zijn directe ontslagname zou worden gehouden en dat hij, in plaats van per direct, per 1 januari 2024 ontslag nam.
De werknemer heeft vervolgens het verrichten van zijn werkzaamheden hervat. Aan het einde van de laatste werkdag van de werknemer werd uitgebreid stilgestaan bij zijn vertrek; er vond een afscheidsbijeenkomst plaats en de werknemer ontving van de werkgever een afscheidscadeau.
Direct na de afscheidsbijeenkomst verzocht de werknemer aan de werkgever om de einddatum van zijn arbeidsovereenkomst te wijzigen van 1 januari 2024 naar 1 februari 2024 zodat de werknemer de door hem opgebouwde vakantiedagen in de maand januari 2024 nog zou kunnen opnemen. De werkgever heeft dit geweigerd.
De werkgever heeft vervolgens de eindafrekening opgemaakt en aan de werknemer uitbetaald. Op 1 januari 2024 was het dienstverband voor de werkgever dan ook afgelopen en afgewikkeld. De werknemer dacht hier anders over. Op 3 januari 2024 ontving de werkgever een op 28 december 2023 gedateerde brief van de werknemer waarin de werknemer aangaf per 1 februari 2024 ontslag te nemen. De werkgever bleef er echter bij dat de arbeidsovereenkomst al op 1 januari 2024 was geëindigd.
De werknemer stelde in reactie daarop ineens dat hij nooit ontslag had genomen. Dat de werkgever erbij bleef dat de arbeidsovereenkomst al op 1 januari 2024 was geëindigd en daarnaar had gehandeld door de eindafrekening op te maken en uit te betalen, zag de werknemer als een onregelmatig ontslag door de werkgever. De werknemer verzocht daarom aan de kantonrechter om de werkgever te veroordelen tot onder meer betaling aan hem van de transitievergoeding, de gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding.
Marienjo vond dat de kantonrechter de verzoeken van de werknemer niet kon toewijzen; de werknemer had immers zelf per 1 januari 2024 ontslag genomen en de werkgever had met het gesprek van 27 november 2023 voldaan aan zijn onderzoeksplicht en informatieplicht waardoor de werknemer aan zijn ontslagname kon worden gehouden. De kantonrechter was het met Marienjo eens en heeft de verzoeken van de werknemer afgewezen.
Mensch Arbeidsrecht Advocatuur zal binnenkort de onderzoeksplicht en informatieplicht toelichten.